Tips

Meest gebruikte links
Actieve topics
Laatste kaartcommentaar

Spoilers
Innistrad Crimson Vow
Crimson Vow Commander
Innistrad Midnight Hunt
Midnight Hunt Commander
Adventures in the Forgotten Realms (AFR)
Commander Forgotten Realms (AFC)
Modern Horizons 2 (MH2)
Modern Horizons 1 Timeshifts (H1R)
Strixhaven (STX)
Strixhaven Mystical Archive (STA)
Commander 2021 (C21)

Alle spoilers zijn te maken in de catalogus en staan met linkjes op de winkel homepage.

Verkoop of ruil je overtollige kaarten aan Nedermagic via onze dynamische inkooplijst of vraag per email een bod op je gehele collectie.

[COLUMN] Verhaal van een Born of the Gods Booster

Scroll: [boven|reacties|beneden]
26-5-2014 18:56:00

Als je veel boosters hebt, wil je ze natuurlijk allemaal open maken. Volgens sommigen is het zomaar openen van boosters echter een doodzonde; je wilt er liever iets extra's bij doen om extra plezier te hebben bij het openen van je boosters. Vaak gebeurt dat door ermee te draften. Soms heb je slechts enkele boosters, en dan heb je nog een booster battle achter de hand.

Na een Born of the Gods draft was dat eens het geval, maar was de tijd om ermee te battelen op. Dit was voor mij dus een mooie gelegenheid om de twee boosters ongeopend mee naar huis te nemen, en de "booster battle" te promoveren tot een verhaal. In mijn verhaal ‘nemen de twee boosters het tegen elkaar op.' De booster links stelt de kant van Brigone en Xanadu van mijn vorige verhaal voor, en het andere booster stelt het gezin, dat ze gaan proberen te stichten, op de proef. Voor extra vermaak verwerk ik door mijzelf en anderen verzonnen namen, die ik op Nedermagic ben tegengekomen, in mijn verhaal.
Ik laat de Rares - die allebei toevallig Mythic Rare zijn - bepalen waar het verhaal verder over gaat, en ga de kaarten vervolgens in omgekeerde volgorde af: Ik begin ‘onderaan' met de basic landjes, en ga dan vanaf de Mythics door in aflopende rarity door het verhaal heen. Maar er zit een foil tussen, op Common, dus in de andere booster zet ik een common tussen de Mythic en het landje om de rarities te laten matchen.

De eerste bewoners van Brigonopolis


Brigone en Xanadu hebben een goed leventje samen. Overdag hebben zij hun werk te doen in de stad, en 's avonds hebben zij het rustig in hun huis in de bergen, waar geen mens bij kan komen, anders dan zijzelf aangezien zij hebben geleerd te vliegen op draken en griffioenen. Maar kunnen hun eventuele kinderen dat ook?
Brigone vreest van niet, en is alvast gaan zoeken naar een nieuwe plek waar zij samen kunnen wonen en het net zo rustig hebben als nu, maar van waar een mens in ieder geval zelfstandig de stad kan bereiken. Achter de graanvelden lijkt zo'n plek te zijn. Vanaf daar is de stad niet eens meer te zien, alleen nog het gebergte waar de stad tegenaan ligt. De plek biedt wel uitzicht op het gecultiveerde landschap.
Het grootste gevaar voor deze plek lijkt echter van de zee te komen. Maar alleen maar omdat er vanuit de zee altijd gevaar kan komen. Maar dat gevaar lijkt zich hier nog niet te melden. Er is namelijk nog een strand te zien waar de zee zich rustig houdt. De zee heeft er een poort onder de rotsen uitgehold. En in de zee staan wat eilanden die er zo onherbergzaam uit zien, dat de monsterlijke octopussen ook door hebben dat er geen schip langs hoeft te varen.



Brigone zocht raad bij een orakel, om te zien of de plek, die zij op het oog hadden, veilig blijft. Hij nam zo gebruik van de gelegenheid om eens terug te keren naar de stad waar hij vandaan kwam. In die stad waren sommige orakels getraind om in een flits een heleboel visioenen te laten zien. En zo'n orakel zou vast niet verbaasd zijn om Brigone, nog altijd dood gewaand in de stad, hem levend terug te zien. Eenmaal aangekomen stond Brigone voor een dame, die hij recht in de ogen aan moest kijken. Er schoten een soort bliksemflitsen uit haar ogen, en daarin zag Brigone een heleboel beelden, die hij hoopte te onthouden om daarna een beslissing te maken.
Maar dat lukte niet. In plaats daarvan liet hij zich afleiden door mooi gezang vanuit de lucht. Er stak namelijk een gevleugeld koor over. Brigone knipperde met zijn ogen om te zien of de visioenen hem niet gek hadden gemaakt, maar de met felle kleuren versierde vrouwen die half griffioen zijn bleven zingen. Ook hun zang leek een bericht uit de toekomst te brengen, en op dat bericht af gaande moest hij morgen met Xanadu naar het strand bij de plek die zij op het oog hadden.



Xanadu kon die nacht bijna niet slapen. Zij wilde het liefst meteen al gaan, alsof zij voelde dat ze beter 's nachts konden gaan, wanneer de mensen contact kunnen hebben met de Goden. Zij kreeg Brigone zo ver om al vroeg in de schemering te vertrekken, zodat als een God iets te melden had aan ze, dat die dat nog direct aan ze kon vertellen.
Terwijl het krieken van de dag de stad bereikten, zagen Brigone en Xanadu dat Ephara, de God van de Polis erover waakte. In haar goddelijke gedaante steekt zij hoog boven de gebouwen uit. In haar linkerhand heeft zij een amfora van waaruit zij nog wat duisternis giet over een deel van een groot gebouw. In haar rechterhand heeft zij een opgerold stuk papyrus, wat er uit ziet alsof daarop een contract ondertekend kan worden. Zij wenkt het tweetal om zich te begeven naar het door Ephara verduisterde deel van het gebouw.
Daarbinnen zagen zij inderdaad een contract liggen. Daarop staat dat als zij zeven kinderen groot kunnen brengen die haar allemaal zullen dienen, dat Ephara ze zegent met een talrijk nageslacht, die zich over heel Theros zal verspreiden, vanuit een nieuwe stad, die zij zelf mogen stichten. Maar voordat het zover is, zullen zij vele gevaren moeten trotseren, om te laten zien dat zij deze zegen waard zijn.

Zij moesten er nog over nadenken. Ondertussen bereikte het daglicht ook hun deel van het gebouw. Dat was voor Brigone teken om naar dat strand te gaan, voor hun afspraak daar. Zij namen het papyrus mee en vlogen naar het strand. Althans, dat dachten zij. Maar deze keer was de zee wild geworden. Golven braken het strand stuk, en Brigone en Xanadu konden slechts bovenop de poort aan de voet van een berg staan, waar de zee een poort onder had geslagen, maar niet bij machte was het gesteente ook te verzwelgen.
"Volgens mij zie ik een vrouw naar ons wenken in de golven."
"Een vrouw zien in de golven? Daar moet je een man voor zijn…"
"Xanadu, je weet best dat ik niet zo ben!"
Zij herinnerde zich nog hoe lang het duurde voordat Brigone eindelijk met haar mee ging. Dan zou een vrouw in de golven, als die al bestaat, hem niet zomaar mee krijgen. En terwijl zij daarover zat te mijmeren, zag zij de vrouw nu ook. Ze gingen op de uitnodiging in, en vlogen op de griffioen haar achterna.
Terwijl zij laag boven de zee vlogen, dreigden zij verzwolgen te worden door een grote golf. Zij wilden omhoog, maar zagen nog net op tijd de vrouw in de golf, wijzende dat zij op de juiste hoogte vliegen en de golf bezwerend. Ze stond op een tentakel van een reusachtige inktvis, en stelde zich voor.

"Ik ben Kiora, de Brekende Golf. Verwar mij niet met Thassa of een van de andere Goden. Daar sta ik boven. Zij komen niet verder dan deze wereld en dan Nyx, terwijl daarbuiten nog zoveel valt te leren en beleven. Een van die Goden, die veel te weinig respect heeft voor dieren, heeft jullie een contract overhandigd, die er mooi uit ziet. Maar hebben jullie ook de kleine lettertjes al gelezen? Het contract moet vandaag worden ondertekend, en waar jullie het contract achter laten, daar zal jullie stad worden gesticht. Alleen, als het aan mij ligt komen er geen steden bij, dus ik help Thassa en Nylea graag een handje om het de potentiële stichters zo moeilijk mogelijk te maken door grote monsters op ze af te sturen!
Maar in jullie zie ik verwanten. Ik had de vliegende sirenen er gisteren op uit gestuurd om Brigone te verwelkomen. De vriendschap die ik heb met de zeedieren, schijnen jullie te hebben met de dieren op het land. De griffioen waar jullie op zitten heb ik voor de zekerheid maar even onschadelijk gemaakt voor een tijdje, maar intussen houdt hij wel het vermogen om jullie nog naar huis te kunnen vliegen.
Ik heb dus de hoop dat jullie een stad kunnen stichten waarin jullie nageslacht goed om leert te gaan met dieren. En voor het geval jullie het vergeten waren, heb ik ook de nodige inkt bij me om het contract te ondertekenen. Zo te halen uit de tentakel waar ik op sta."

Zodoende ondertekenden zij het contract en bewaarden het in een schelp die Kiora hun gaf, en bedachten alvast de naam voor hun stad: Brigonopolis. Zij zwaaiden nog naar Kiora als afscheid. Ook Kiora en haar octopus zwaaiden, maar het zwiepende tentakel van de octopus tikte de schelp uit hun handen en liet het in de lucht slingeren. Brigone kon nog zien dat de schelp werd weggeslingerd verder het land op, maar toen zij erachteraan vlogen konden zij het niet meer terug vinden. Hopelijk Ephara dan maar wel.



Nadat het contract was ondertekend, baden zij tot Ephara en tot hun vertrouwde Goden Iroas en Purphoros dat zij zeven kinderen groot konden brengen. En voor elk kind wat er geboren werd, baden zij nog extra. Hun eerste kind, Ireenus, werd dan ook goed gezegend. Tot ieders verbazing kon hij zelfs vliegen! En alsof dat nog niet genoeg was, bleek dat wanneer Ireenus in de buurt was, iedereen zelfstandig met hem mee kon vliegen. Toen Brigone dan ook eens samen met hem zijn stad van afkomst bezocht, werd Ireenus door de astronomen daar de ‘belichaming van ieders aspiraties' genoemd. Misschien wordt een van de planeten nog eens naar hem vernoemd.
Ireenus kon in Xanadus ogen dan ook niet genoeg gezegend worden. De "zegen" van Purphoros pakte echter rampzalig uit: Het bloed waarmee Purphoros hem zou zegenen bleek giftig voor Ireenus. De eerste tekenen waren te zien aan zijn hand, die zwart uit sloeg. Hij probeerde nog via een snee het bloed zijn hand te doen verlaten en met het afknijpen van zijn pols verdere verspreiding tegen te gaan, maar het mocht niet baten: Hij stief, tot groot verdriet van iedereen. Zelfs Kiora leek ervan te treuren.



Voortaan besloten zij hun kinderen door maar een God tegelijk te laten zegenen. Het oudste kind wat wel overleefde, Bartweelos, was gezegend bij het vechten. Hij trok ten strijde en werd al gauw gepromoveerd tot generaal. Voor de God die hem zegende was hij zelfs de favoriete generaal, en als hij ten aanval trok – iemand moest de eerste zijn – kwamen al gauw soldaten te hulp. Zo iemand zou mooi van pas komen om Brigonopolis te verdedigen tegen toekomstige aanvallen van wat of wie dan ook.
De zegen kreeg hij al als kind. Al regelmatig zag Xanadu bij hem in de buurt een spookachtige verschijning van een vrouw met in elke hand een zwaard rond lopen. Zij herinnert zich nog haar eigen ontmoeting met een spookverschijning, maar die had geen zwaarden bij zich. Toen Xanadu even niet op lette, was de nieuwsgierige Bartweelos al erop af gerend. De spookverschijning betrad het lichaam van haar zoon zoals een dergelijke geest ooit haar lichaam had betreden. Vanaf toen voelde die zoon zich veel sterker, en die kon iets wat de meeste volwassen krijgers nooit voor elkaar zouden krijgen: Vechten met twee wapens tegelijk.



Het eerste wapenfeit van Bartweelos was dichtbij huis. Daar kwam namelijk een gestalte van vuur aan lopen. Brigone en Xanadu zagen het aankomen, maar zagen tussen de vlammen ook sterren, wat hen vertelde dat het een goddelijk gestalte was. Zij wachtten dus rustig af wat het ging doen, terwijl Bartweelos al zag dat het hun huis in brand probeerde te steken. Hij twijfelde geen moment en velde in de eerste slag al het gestalte.
Vanaf dat incident kwamen er vaker zulke vurige gestaltes. Er was zelfs een regelmaat in te vinden wanneer er weer eentje kwam, waardoor steeds het gevaar op tijd werd afgewend voordat het huis in brand vloog. Totdat Xandriëlle, de oudste overlevende dochter van Brigone en Xanadu, de oorsprong van het gevaar wist uit te schakelen. Zij werd gezegend door Keranos, en sloot zich aan bij een groep door wie de bliksemstormen werd begeleid. Xandriëlle liet een bliksem afdwalen om de sater te vellen, die al die vurige gestalten aan het smeden bleek te zijn.



Hun volgende dochter, Dalvieryda, lieten zij zegenen door Thassa. De invloed van die zegen was al vroeg zichtbaar: Dalvieryda was geobsedeerd door de zee en wat daarin leeft. Het liefst bracht zij hele dagen door aan of in de zee, en moest zij ervandaan getrokken worden met speelse zinsneden als: "Als je nog langer naar de golven blijft kijken, zie je misschien nooit meer iets anders."
Het was dan ook niet verwonderlijk dat Dalvieryda stierf. Maar dat lag niet aan haar obsessie voor de zee. Op een warme dag, wanneer ook vele anderen aan het zwemmen waren, werd zij verzwolgen door een grote golf. Die golf overspoelde niet alleen de zwemmers die niet op tijd weg vluchtten, maar ook het strand en een deel van de stad waar het strand aan lag. Vanuit veilige hoogte zagen Brigone en Xanadu dat deze plotselinge vloed werd veroorzaakt door een gigantische zeeslang. Terwijl zij baden voor hun dochter, vroegen anderen aan hen:
"Waarvoor bidden jullie tot Thassa? Een groter monster om deze zeeslang op te eten? Een golf die hem weg kan spoelen? En als dat gebeurt, wat dan?"
Toen zagen zij ook in dat verder bidden zinloos was, en ze beter konden gaan treuren om het verlies van Dalvieryda.



Het bleek dus ook niet te helpen om elk kind door slechts een God te laten zegenen. Maar inmiddels ouder en wijzer geworden bedachten zij dat het beter was om alle Goden ze een beetje te laten zegenen, totdat het kind zelf oud genoeg was om een of meerdere Goden zelf uit te kiezen. Dan moesten zij eerst de kinderen verteld hebben wat hun verleden was, zodra zij daar oud genoeg voor waren.
Toen Vijfalkos, hun volgende zoon, het verhaal had gehoord, droomde hij die nacht over hoe hij op een griffioen zijn rug klom en ermee ging vliegen, zoals Xanadu had gedaan voordat zij kinderen hadden, en zoals Ireenus ze kon laten doen zonder daar een Griffioen voor nodig te hebben. De volgende dag zag Vijfalkos tot zijn verbazing de griffioen uit zijn droom, en tot Xanadus blije verbazing wist Vijfalkos er ook nog op te klimmen en mee te vliegen.
Xanadu riep ook weer eens haar oude griffioen op, zodat zij met haar zoon samen vliegtochten konden maken. Bij een van deze vliegtochten landden zij eens in een stad, waarvan bekend was dat de muren geen oren, maar zwaarden hebben. Dat konden zij met eigen ogen zien toen een muurschildering tot leven kwam en zijn schild gaf aan Vijfalkos. Vanaf toen kon Vijfalkos mee ten strijde trekken met Bartweelos, als zijn schilddragende maat.



Maar voordat Perzesponos, de derde dochter van Brigone en Xanadu, oud genoeg was om haar voorgeschiedenis te horen, doemde een nieuw gevaar op in de vorm van een zandstorm. Terwijl Xanadu en Vijfalkos op hun griffioenen weg vluchtten en Brigone, Bartweelos en Xandriëlle rennend een ander veilig heenkomen vonden, bleek Perzesponos niet in staat weg te vluchten. Terwijl Xanadu vanuit de lucht zag hoe de stad werd weggeveegd door de zandstorm, bad zij tegen beter weten in – het heeft Dalvieryda immers niet gered – tot Thassa of die Perzesponos wilde redden.
Toen de zandstorm was gaan liggen, kon zij gaan zoeken naar Brigone en hun overige kinderen. Vijfalkos keek liever naar de mooie wolken waar ze tussendoor vlogen, en tot ieders verbazing zagen zij Perzesponos lopen op een van deze wolken! Het schietgebedje bleek dus verhoord, want Perzesponos vloog enthousiast naar ze toe om ze te omhelzen.
"Ik weet ook niet hoe het mogelijk is, maar ik kon gewoon over de stofwolk omhoog lopen en springen naar andere wolken. Wat is het mooi van boven! Als ik op de hoogste wolken sta, is de lucht duidelijk donkerder blauw, en is goed te zien dat de wereld rond is!"
In tegenstelling tot Ireenus kon Perzesponos echter niemand meenemen in de lucht, dus zou het nog lang duren voordat iedereen zou geloven dat de wereld niet plat is.



Vijfalkos en Bartweelos waren, net als de rest van de familie, echter niet opgewassen tegen een cycloop die het huis van Brigone en Xanadu bedreigde. Hun enige geluk was dat Perzesponos de eenogige reus al van verre zag aankomen vanuit de wolken. De bliksemschichten vanuit die wolken konden hem niet vellen, zelfs niet met hulp van Xandriëlle.
Voor Mazevenos, de volgende zoon van Brigone en Xanadu, was deze cycloop echter een uitgelezen kans om te laten zien dat hij uit blinkt in het speerwerpen, zodat hij misschien eens mee mocht doen aan de Iroanische Spelen, waarvoor zijn moeder eens een belangrijke rol heeft gespeeld. De uitdaging voor hem was om de cycloop in zijn ene oog te raken. Mazevenos had daarvoor maar één kans. Zijn ene worp was perfect raak: De cycloop zag niet meer waar hij heen ging, struikelde over de rotsen, en stortte uiteindelijk in zee.



De volgende dochter, Myrachtella, leek zonder verdere problemen op te groeien tot een volwassen vrouw. Toen zij groot genoeg was om te horen dat zij bij de eerste bewoners van Brigonopolis zou horen, als na haar nog een broertje of zusje groot zou worden, besloot zij om in de tegenaanval te gaan: Zij benaderde de priesters van Erebos om Kiora, die boven de Goden zou staan, te helpen herinneren dat zij een sterveling is. Een priester toverde uit een paarsroze damp, die van een grote schaal kwam, de gestalte van Kiora. De gestalte leed er zichtbaar onder, maar bleef wel in leven.
Kiora zwoer wraak. Ze stuurde een krijgerin naar Brigonopolis, om Myrachtella te liquideren. Brigone probeerde haar te beschermen, maar de krijgerin duwde hem gewoon opzij. Bartweelos probeerde haar tegen te houden, door met zijn ene wapen haar slagen af te weren, en met het andere wapen een boom te vellen. Toen dat was gelukt en Bartweelos terug liep, doorkliefde de krijgerin de boom en haalde Bartweelos in. Mazevenos probeerde er nog een stokje voor te steken, en wel een stok met een scherpe punt. Een speer doorboorde de krijgerin en pinde haar aan een rots vast, maar tot ieders verbazing stierf de krijgerin er niet aan. Zij kon zich ook niet bevrijden, en viel uiteindelijk van vermoeidheid in slaap. Mazevenos trok de speer uit de rots en bevrijdde zo de krijgerin, die haar nederlaag in zag en verder ongedeerd haar missie af brak.



Dustinegenos, het jongere broertje van Myrachtella, was intussen al verhuisd naar een grotere stad om daar bij te leren. Dus Kiora stuurde regelmatig monsters af op die stad, en Dustinegenos voelde zich verantwoordelijk om die monsters tegen te houden. Met elke verslagen monster leek zijn kracht te groeien, en hij vocht als iemand die bereid is te sterven voor de stad, ook al is hij er niet geboren.
Op een dag kwam er weer zo'n monster aan, in dit geval een reusachtige dikke minotaurus. Hij zag er zo woest uit, dat zelfs de monsterdoder Dustinegenos van hem weg vluchtte, iets wat ongewoon voor hem was. Hij had andere krijgers al geleerd hoe die gezamenlijk het monster konden slaan, en met vereende krachten lukte hen dat. Tot Dustinegenos' afgrijzen zag hij dat er toch slachtoffers zijn gevallen en gebouwen in brand stonden, iets wat niet was gebeurd als hij bij zijn zinnen was gebleven en mee vocht. Uit schaamte wilde hij zelfmoord plegen, maar hij besloot liever te sterven als een held: Hij redde nog wat mensen uit brandende gebouwen, tot een zo'n gebouw op hem in stortte en hij daar sneuvelde.



Na de dood van Dustinegenos was de volgende zoon, Architienas, het zevende kind van Brigone en Xanadu die zou overleven en de opdracht van Ephara zou afronden. Hij was daar zo trots op dat hij met zijn neus in de lucht ging lopen, zogezegd om Perzesponos te kunnen zien.
Maar dan moet hij ook opletten wat er op de grond gebeurt! Op een wandeling had Architienas zonder het te beseffen een stinkdier kwaad gemaakt. Hij zag dus ook niet de aanval van het stinkdier aankomen, tot hij daadwerkelijk werd gebeten. Tot overmaat van ramp had Kiora het stinkdier zo gevaarlijk gemaakt, dat het stinkdier hem dood beet.
Maar Architienas was te trots om toe te geven dat hij was gedood door een stinkdier. Hij weigerde om voor Erebos te buigen. Dus had Erebos wel een andere taak voor hem: Hij mocht het gewicht van de onderwereld gaan dragen. Dan hoeft Architienas niet te buigen voor Erebos, maar voor zijn eigen trots. Hij had het hiermee zo zwaar, dat hij niet toe kwam aan het bevolken van Brigonopolis.



De volgende dochter, Elfarya, koos ervoor om zich door helemaal geen God te laten zegenen. Zij besloot om zich aan te laten bij de leeuwenmannen zoals de wachter van Brigone's stad, waartegen Xanadu ooit haar moed moest tonen. Onder deze leeuwenmannen was een monnik die Elfarya leerde hoe zij zelf kracht kon halen uit de zon.
Maar dan moest zij wel levend terug keren. Dat werd haar moeilijk gemaakt door een bende minotaurussen. Bij elke aanval van deze bende had hun sjamaan iemand zodanig opgemaakt, dat geen leeuwenman ertegen durfde te vechten. Maar Elfarya was een mens, en durfde wel. Zeker als ze bedacht wat er gebeurde toen Dustinegenos een keer niet durfde. Maar in tegenstelling tot Dustinegenos was Elfarya geen monsterslachter, en bleek zij niet opgewassen tegen de minotaurus tegen wie zij vocht. Zij sneuvelde dus ook, en Brigonopolis en andere steden moesten nog wat langer wachten voordat zij gebruik konden maken van zonne-energie.



Het afronden van het contract hing nu dus af van Twaalfedus, de jongste zoon van Brigone en Xanadu. Zodra hij getrouwd zou zijn, zou Ephara in de nacht na het huwelijk laten zien dat hun missie geslaagd is. Toen dus duidelijk werd dat Twaalfedus ging trouwen met de filosofe Olexa, die alvast de bijnaam "Olexa van de Twaalfedus" kreeg, kwam het Twaalfedus goed uit dat hij een sater tegen kwam die net op zoek was naar een locatie voor een feest.
Dat was voor Xanadu ook lang geleden, en zij wilde ook nog eens feesten met de saters. Dus zij spraken af dat als ze daadwerkelijk gingen trouwen, dat de saters dan bij hun mochten feesten. Dat vergrootte ook de kans dat Twaalfedus zou overleven, want de saters hadden ook geen zin om het feest af te blazen.
Kiora had inderdaad geen zin meer om nog een monster op Twaalfedus af te sturen. Sterker nog, zij bood een gigantische kreeft en een inktvis aan voor het bijbehorende banket. Op het huwelijksfeest werd er volop van gegeten, en werd inktvisring zelfs ontdekt als nieuwe lekkernij. Ook werd er onder de sterren volop gedanst door de saters en alle genodigden. Totdat duidelijk werd dat de sterren een beeld vormden die veel weg had van een goddelijk gestalte. De saters vluchtten weg, want deze gestalte was van Ephara, en niet van Xenagos. De genodigden bleven wel, want Olexa had hen al verteld dat deze verschijning het teken is dat zij het summum van Ephara's zegen krijgen: Een nieuwe beschaving.
Uit de koker in de rechterhand van de gestalte verscheen het contract die Brigone en Xanadu hadden ondertekend, en uit de amfora op de linkerschouder werd duisternis gegoten over het gebied waar de belangrijkste gebouwen van Brigonopolis komen te staan. Perzesponos wilde deze gestalte met open armen ontvangen, maar het bleef op een zodanige afstand staan, dat Perzesponos er niet op kon klimmen.
Brigone werd de eerste burgermeester van de stad na deze nacht.
Xanadu bracht een deel van haar dierentuin erheen, zodat de stad meteen al een bezienswaardigheid kreeg en het respect voor de dieren beter kon worden aangeleerd.
Bartweelos, Vijfalkos en Mazevenos gingen het stadsleger trainen in hun specialiteiten.
Xandriëlle en Perzesponos gingen zich wagen aan iets compleet nieuws op Theros maar waar de boeren wel blij mee waren, als ze tenminste uit kwamen: Weersvoorspellingen.
En Myrachtella en Twaalfedus begonnen een restaurant die beroemd werd om onder anderen hun inktvisringen, die als offer zelfs Ephara behaagden.
De wederhelften van deze kinderen zorgden voor alle overige zaken die nodig zijn in een stad, die er klaar voor was om op te bloeien tot een glorieuze beschaving.

 Reactie plaatsen

Reacties (3)

Scroll: [boven|reacties|beneden]
26-5-2014 19:24:00

26-5-2014 21:05:00

Mooie stuk tekst weer. Zo kan je nog een bundel uitbrengen

27-5-2014 14:36:00

Dus je opent twee boosters en er zitten een Ephara en een Kiora in? TELL ME YOUR SECRETS O.O

Scroll: [boven|reacties|beneden]